
Lean en Six Sigma zijn beide methodologieën voor procesverbetering. Lean richt zich echter op het elimineren van verspilling en het verbeteren van de efficiëntie, terwijl Six Sigma de nadruk legt op het verminderen van variatie en defecten door middel van statistische methoden. Lean gebruikt minder technische tools voor snelle processtroomlijning en -flow, terwijl Six Sigma datagestuurde statistische tools zoals DMAIC gebruikt voor diepgaande probleemoplossing. Veel organisaties combineren ze tot Lean Six Sigma (LSS) om de sterke punten van beide te benutten en verspilling en variabiliteit gelijktijdig aan te pakken voor verbeterde proceskwaliteit en klanttevredenheid.
Verschil tussen Lean en Six Sigma; een korte geschiedenis
Het geboortejaar van Lean is nogal eens onderwerp van een discussie. Officieel zag de term in de jaren '90 van de vorige eeuw het levenslicht toen James Womack en Daniel Jones het boek 'The machine that changed the world' uitbrachten. Maar eigenlijk was de methode die ze als Lean beschreven – het Toyota Production System – al in de jaren '70 ontwikkeld door Toyota.
Een jaar of tien na de publicatie van dit boek ontstond Lean Six Sigma. Deze filosofie combineerde principes van Lean met die van Six Sigma (ontwikkeld in de jaren '80 bij Motorola). De methode werd in de beginjaren voornamelijk toegepast binnen productie-omgevingen. Maar al snel werd de methode toepasbaar gemaakt voor vrijwel iedere sector; van het onderwijs tot de zorg.
Omdat Six Sigma ontstaan is uit een deel van de principes van Lean hebben ze een gedeeld DNA. Beide filosofieën richten zich op het creëren van een continu verbetercultuur binnen de organisatie. In de inrichting van de verbeterreis verschillen de filosofieën van elkaar, maar beide routes leiden tot dezelfde bestemming.
Kenmerkende verschillen
De verschillen in de verbeterreis tussen beide filosofieën maken iedere filosofie uniek. Hieronder is in het kort samengevat wat de kenmerkende verschillen zijn, waarna wordt uitgelegd hoe we deze verschillen kunnen overbruggen:
Lean richt zich op het realiseren van betrokken medewerkers die vanaf de werkvloer (gemba) verbeteringen aandragen en realiseren. Six Sigma vraagt in essentie hetzelfde alleen wordt daar gewerkt met dedicated projectteams om een vastgesteld probleem te analyseren en op te lossen.
Bij Lean wordt meerdere malen de vraag 'waarom?' gesteld om achter een oorzaak van een probleem te komen en worden experimenten opgezet om stap voor stap te verbeteren op weg naar het verbeterdoel en onderweg te leren door te doen (Kata). Six Sigma wordt ingezet als het probleem complex is en vele variabelen invloed hebben op het probleem en het risico te groot is om te experimenteren. Leren gebeurt vooral door analyseren.
Beide filosofieën vragen om een cultuuromslag alleen de essentie van de cultuuromslag verschilt. Binnen Lean focust de cultuuromslag zich op een cultuur waarin medewerkers fouten mogen maken, mogen experimenteren zich bottom-up kunnen organiseren. Bij Six Sigma focust de cultuuromslag zich op het zelfstandig nemen van beslissingen op basis van feiten.
Bij Lean staat het creëren van klantwaarde centraal. De waardestroom wordt in kaart gebracht, waardoor verspillingen herkend en geëlimineerd worden. Ook bij Six Sigma staat de 'stem van de klant' centraal en wordt gewerkt vanuit een probleemstelling. Deze wordt projectmatig en met gebruik van statistische methodes geanalyseerd, om zo de oorzaken van variatie te elimineren.
Lean draait voor 80 procent om kleine dagelijkse, bottum-up verbeteringen en 20 procent bestaat uit het doen van projecten. Six Sigma legt de nadruk op verbeterprojecten en een top-down benadering.
Lean gebruikt de PDCA-cyclus als kapstok om te komen tot een cultuur van continu verbeteren. Six Sigma gebruikt DMAIC om structuur aan te brengen binnen verbeterprojecten.
Verschillen overbruggen
Aan het einde van de vorige eeuw – toen Lean en Six Sigma opkwamen – was het voor veel organisaties gangbaar om op basis van deze verschillen een keuze te maken voor de ene of de andere filosofie. Hierna volgde een halsstarrige methodische implementatie waarbij – afhankelijk van de keuze – Lean óf Six Sigma de absolute waarheid was en er geen inmenging van andere filosofieën toegestaan werd.
De wereld is echter flink veranderd in deze eeuw en we zien dat de grenzen tussen verschillende filosofieën aan het vervagen zijn. Het is niet meer raar om een scrumbord te gebruiken binnen Lean of om weekstarts in een Six Sigma omgeving te doen. Organisaties vormen steeds vaker een holistische verbeteraanpak waarbinnen er plek is voor verschillende filosofieën en methodes. En uiteindelijk is dat niet zo vreemd want juist door de kenmerkende verschillen tussen filosofieën passen de verschillende elementen soms beter bij de snel veranderende wereld.
Een herkenbaar voorbeeld ligt verscholen in het feit dat iedere organisatie vandaag de dag beschikt over een enorme hoeveelheid data. Tot voor kort werd het gebruik van data in verbeterprojecten geschaard in het vakgebied van Six Sigma en dus niet relevant voor een organisatie die Lean heeft omarmd. Echter het tegendeel is waar, data is waardevol voor ieder verbeterprogramma. De uitdaging ligt in het toepasbaar maken van data voor organisaties die Lean hebben omarmd. Bijvoorbeeld door verbeterprofessionals te voorzien van de vaardigheden om data toe te passen in de PDCA-cyclus (Data analyse voor Lean) of door ze ook te equiperen van de nodige kennis van Six Sigma.
Een holistische verbeteraanpak
Wanneer het lukt om de verschillen tussen verschillende filosofieën te overbruggen en deze te combineren ontstaat een holistische verbeteraanpak welke organisaties beter helpt om wendbaar en toekomstbestendig te worden. De filosofien vormen dan een set aan tools en hulpmiddelen die verbeterprofessionals in kunnen zetten op het moment dat deze het meest nodig zijn. In dat geval spreken we niet langer over het verschil tussen Lean en Six Sigma maar over de wijze waarop Lean en Six Sigma gezamenlijk als Lean Six Sigma (LSS) de organisatie kunnen helpen om continu verbeterambities te realiseren.